Wijn, van kopen tot drinken, langs bewaren

Wijn serveren is een kunst. Intermarché helpt u graag een handje. Met de tips op deze pagina begeleiden we u van A tot Z, van het moment waarop u een Intermarché binnenwandelt tot wanneer u de wijn serveert!

vin degustation

Zich voorbereiden en vooruitzien

Doorblader eerst de folders  : de benamingen, de domeinen, de oogstjaren en lees de opmerkingen van de deskundigen van Intermarché. Maak een lijstje van de flessen in uw kelder en van komende gebeurtenissen : een etentje met vrienden, verjaardagen of iets anders om te vieren … Dat zal u leiden bij uw aankopen.

Een budget bepalen

Hebt u geen kelder, koop dan enkel wijn om binnen de twee jaar te drinken. Leg een budget vast, met een kleine marge voor hartendieven.

De juiste keuzes maken

Vertrouw op de hartendieven die onze wijndeskundige toekende. Ook bekroningen , zoals gouden en zilveren medailles zijn een prima aanwijzing om miskopen te vermijden. En kies tot slot voor wijnen met een gecontroleerde herkomstbenaming (AOC – appellation d’origine contrôlée) en een beschermde geografische aanduiding (BGA). Dat zijn stevige garanties.

Hou de wijn op een aanhoudende en frisse temperatuur , ideaal rond 13°C. Het belangrijkste is warmteschokken te vermijden.

Leg de flessen neer, zodat de kurk in contact blijft met de wijn en niet uitdroogt.

Licht tast wijn aan en doet hem sneller oxideren. Bewaar uw flessen dus in het donker.

Vermijd trillingen en bewegingen die de wijn vermoeien en hem sneller doen oxideren.

Wijn chambreren

Wijn chambreren, een eerste stap in het proeven van rode wijn

Wijn bewaren in de kelder zorgt voor een frisse temperatuur voor de wijn. Maar om de aroma’s bij het proeven volop tot hun recht te doen komen, moet de wijn eerst op een iets warmere temperatuur worden gebracht. Dat heet wijn chambreren. Het gaat hier wel enkel om rode wijnen. Andere wijnen worden best lekker koel gedronken.

Worden alle rode wijnen gechambreerd?

Niet noodzakelijk. De proeftemperatuur verschilt trouwens naargelang de druivensoort en de leeftijd van de wijn. Sommige liefhebbers van oude wijnen drinken de bordeauxs op kamertemperatuur, tussen 18° en 20°C.
Lichte rode wijnen waarderen echter frisse temperaturen, die beter bij hun lichte zurigheid passen, zowat 10 tot 12°C.

Hoe doet u het?

Haal uw fles een tot twee dagen vooraf boven en plaats ze in de ruimte waar er van zal gedronken worden. Lichte rode wijnen haalt u een half uur voor het proeven uit, zodat ze goed koel blijven. Het is trouwens altijd beter om een te frisse dan een te warme wijn te schenken, want in een glas warmt wijn zeer snel op.

Wat is te vermijden?

Wijn moet langzaam op zijn goede temperatuur komen. De fles in lauw water dompelen of bij een warmtebron zetten, is absoluut uit den boze!

en de karaf ?

In een karaf zal wijn sneller oxideren. Maar deze regel geldt niet voor alle wijnen. Oude of broze wijn hoort zeker niet in een karaf. Hij kan beschadigd worden. Jonge wijnen kunnen echter nog mooier tot hun recht komen door deze versnelde verluchting.

In tegenstelling tot de algemene opvatting, mogen ook witte wijnen best in een karaf. Dat zal de primaire aroma’s van de jonge en fruitige wijnen tot uitdrukking doen komen.

Opgelet echter, het gebaar moet in ieder geval zeer zorgvuldig gesteld worden. Giet de wijn langzaam langs de wand van de karaf.

Geen karaf bij de hand? U kunt evengoed de fles een uur of twee vooraf openmaken, om de wijn optimaal te laten verluchten alvorens hem te drinken.

carafe vin

Een glas voor elke wijn

verre-vin

Het is echt geen verhaaltje, om van mooie flessen te genieten is de keuze van het glas primordiaal. Dit moet op een voet staan,  zodat de hand de kostbare vloeistof niet opwarmt, en het moet volledig doorzichtig zijn om de robe maximaal te kunnen waarderen.

Voor rode wijn bevelen wij u een ballonglas aan dat breed genoeg is om het maar tot de helft te moeten vullen. Het is een ideale grootte om de wijn te walsen, maar ook om de dampen die zijn aroma’s naar de neus voeren, te concentreren en te leiden.

Voor witte wijnen moet de opening van het glas smaller zijn, om de oppervlakte van het contact met de lucht kleiner te maken. Algemeen is dit glas dus kleiner dan het glas voor rode wijn.

En tot slot is en blijft het fluitglas perfect voor champagne en schuimwijnen. Het houdt de belletjes intact tot in de mond.

Laat uw drie zintuigen spelen: zicht, reuk en smaak.

Het zicht

Hou uw glas tegen het licht, om te zien hoe doorzichtig het is en de kleur van de robe te bepalen (robijn, vermiljoen, granaat, zalmroze, strogeel, goudgeel, …), en ook de glans, de helderheid, de belletjesvorming.

De reuk

Begin met te ruiken, zonder de wijn te walsen. Laat hem dan draaien in het glas om zuurstof te geven. Snuif er even aan. Laat dan de wijn opnieuw draaien en haal diep adem. U kunt het bouquet van de aroma’s al ruiken: fruitig, bloemig, plantaardig, kruidig, houtig, gebrand, …

De smaak

De smaken geven zich prijs bij de aandronk (zodra de wijn in de mond komt). Zuig wat lucht naar binnen, deze verluchting maakt de vluchtige bestanddelen van de wijn vrij. Tot slot zijn de nasmaak of afdronk en de lengte in de mond de elementen die het proeven afronden.